Breuken optellen niveau 1

Het 5 stappenplan

Op dit niveau van breuken Optellen krijg je vragen met gelijknamige breuken kleiner dan 1. Als de breuken gelijknamig zijn dan hoeft je om deze op te tellen alleen de tellers (de bovenste getallen van de breuk) bij elkaar op te tellen. Daarna moet je nog wel kijken of je kan vereenvoudigen.

Stap 1 - Optellen, maar vergeet niet te vereenvoudigen

Stap 3 - Optellen, maar vergeet niet te vereenvoudigen

Stap 4 - Optellen meerkeuze

Probeer alle 10 vragen goed te beantwoorden!

Stap 5 - Haal je diploma

Beantwoord alle 10 vragen goed en krijg het diploma!

Beschrijving Breuken Optellen 1

Voorbeeldsom 1: 15 + 25
Eerst kijken we of de noemers gelijk zijn. En deze zijn gelijk, namelijk 5.
Om de breuk op te tellen hoven nu alleen nog naar de tellers opgeteld te worden. 1 + 2 = 3

15 + 25 = 35 Kunnen we vereenvoudigen? Nee. Het antwoord blijft 35.


Voorbeeldsom 2:16 + 16
Eerst kijken we of de noemers gelijk zijn. En deze zijn gelijk, namelijk 6.
Nu hoef je alleen nog maar de tellers op te tellen. 1 + 1 = 2

16 + 16 = 26 Kan de breuk nog vereenvoudigd worden? Ja dat kan. 26 = 13. Het antwoord is 16 + 16 = 13