Breuken Gelijknamig maken
Twee gelijknamige breuken zijn breuken met dezelfde noemers.
Wat zijn gelijknamige breuken
Met gelijknamige breuken worden breuken bedoeld met gelijke noemers. Bij het optellen en aftrekken van breuken is het van belang dat de breuken gelijknamig zijn.
Zijn de termen nog lastig die hier worden beschreven? Kijk dan eerst op de ‘wat is een breuk’ pagina voor meer uitleg.
Op deze pagina staan voorbeelden en oefeningen. Wil je uitgebreid oefenen ga dan naar één van de 5-stappenplannen.
5-stappenplannen
Voorbeeld 1
Het gelijknamig maken van de breuken 23 en 16.
Stap 1. Bepaal aan welke noemer deze breuk gelijk gemaakt kan worden.
De nieuwe noemer is meestal het snelst te vinden door te kijken of de kleinste noemer gelijk aan de grootste noemer gemaakt kan worden. In dit voorbeeld kan de kleinste noemer (3), gelijk gemaakt worden aan de grootste noemer (6) door het getal keer 2 te doen.
Stap 2. Maak de noemers gelijk.
Nu moeten de teller en noemer keer 2 gedaan worden om de breuk gelijknamig te maken.
Dan krijg je: 2x23x2 = 46.
De breuken zijn nu gelijknamig. Het antwoord is 46 en 16.
Wat nu als je als je de kleinste noemer niet gelijk aan de grootste noemer kan maken. Kijk hoe je dit kan oplossen bij voorbeeld 2.
Oefening 1:
Kies het aantal sommen, de tijd per som en druk op start.
Tip: gebruik tab om naar het volgende vakje te gaan.
Voorbeeld 2
Het gelijknamig maken van de breuken 13 en 35.
Stap 1. Bepaal aan welke noemer deze breuk gelijk gemaakt kan worden.
De makkelijkste manier om een nieuwe noemer te vinden is door de kleinste noemer gelijk te maken aan de grootste noemer.
Als dit niet lukt proberen we de grootste noemer keer 2 te doen en dan kijken we of het deelbaar is door de kleinste noemer. Als het bij keer 2 niet lukt, probeer dan keer 3, als dat niet lukt keer 4 enzovoorts.
In dit voorbeeld is de grootste noemer 5.
5 is niet deelbaar door 3 (de kleinste noemer).
Dus proberen we eerst 5 x 2 = 10. 10 is niet deelbaar door 3. Nu proberen we 5 x 3 = 15. 15 is wel deelbaar door 3, want 15 delen door 3 is 5.
Stap 2. Maak de noemers gelijk.
Om de breuken gelijknamig te maken moeten de teller en noemer van de breuk met de kleinste noemer (13) keer 5 doen. En de teller en de noemer van de breuk met de grootste noemer (35) keer 3 doen, zodat ze beide de noemer 15 hebben. Het resultaat hiervan is 515 en 915, zie dit ook uitgewerkt in het onderstaande plaatje:
Oefening 2:
Kies het aantal sommen, de tijd per som en druk op start.
Tip: gebruik tab om naar het volgende vakje te gaan.